Het besluit voorziet in een volledig eerbiedigende werking voor langlopende uitkeringen die zijn of worden toegekend als het verzekerde risico is ingetreden. In beginsel impliceert dit dat langlopende uitkeringen ongewijzigd blijven doorlopen. Betrokkenen zullen daarover door UWV en SVB geïnformeerd worden. De inlichtingenplicht blijft voor deze groep ongewijzigd. Voor nieuwe gevallen zullen na verloop van de overgangstermijn van een jaar geen rechten meer ontstaan.
Voor mensen in het Verenigd Koninkrijk die recht hebben op kinderbijslag, kindgebonden budget of kinderopvangtoeslag vanuit Nederland, wordt een overgangstermijn van zes maanden in acht genomen. Na het verstrijken van deze overgangstermijn vervallen deze rechten. In verband met het niet kunnen benaderen van het zusterorgaan in het Verenigd Koninkrijk over het recht en de hoogte van kinderbijslag in het Verenigd Koninkrijk, zal een correcte vaststelling van het AKW-recht niet met zekerheid kunnen plaatsvinden. De SVB zal conform de werkwijze met derdelanden, de benodigde gegevens alsnog bij de klant opvragen. Dit kan leiden tot een beperkte toename van regeldruk gedurende deze overgangstermijn van zes maanden. Daarna is sprake van een afname van regeldruk omdat zowel oude als nieuwe gevallen in het Verenigd Koninkrijk geen recht meer kunnen doen gelden op kinderbijslag, kindgebonden budget of kinderopvangtoeslag vanuit Nederland.
Concluderend kan gesteld worden dat het besluit tijdelijk leidt tot een beperkte toename van de regeldruk voor burgers en vervolgens tot een afname.