In hoofdstuk 3, paragraaf 1, van de Wet kinderopvang wordt na artikel 3.2 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.2a
- 1.
- Ten aanzien van de ouder die aanspraak heeft op een kinderopvangtoeslag op grond van artikel 1.6, tweede en derde lid, en wiens recht op die toeslag uitsluitend zou eindigen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, wordt het Verenigd Koninkrijk voor de toepassing van artikel 1.6, tweede en derde lid, gedurende zes maanden vanaf de datum van terugtrekking als lidstaat aangemerkt, zolang hij in het Verenigd Koninkrijk woont en blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op kinderopvangtoeslag.
- 2.
- Een voorziening voor kinderopvang of gastouderopvang in het Verenigd Koninkrijk die op grond van artikel 1.48, eerste of tweede lid, door inschrijving in het register buitenlandse kinderopvang is gelijkgesteld met een geregistreerd kindercentrum of een geregistreerde voorziening voor gastouderopvang, en waarvan die gelijkstelling en inschrijving zou eindigen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, blijft gelijkgesteld en ingeschreven in het register buitenlandse kinderopvang gedurende zes maanden vanaf de datum van terugtrekking.