Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 24 en 25 is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 25a
Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 24 en 25 is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.