Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
- A
- Artikel 978, eerste lid, komt te luiden:
- 1.
- De verzekeringnemer heeft het recht de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht, voor zover deze stellig voorziet in een of meer uitkeringen, geheel of gedeeltelijk door de verzekeraar te doen afkopen. Door afkoop eindigt de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht, behoudens voor zover uit deze nog uitkeringen kunnen voortvloeien. De afkoopwaarde komt de verzekeringnemer toe.
- B
- In artikel 986, vierde lid, komt de tweede volzin te luiden:
-
Bij een verzekering, een lijfrentespaarrekening of een lijfrentebeleggingsrecht die recht geeft op periodieke uitkeringen of verstrekkingen, mist de eerste zin toepassing voor zover de ter zake voldane premies, mede op de grond dat de verzekering, de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht bepaalt dat zij niet kan worden afgekocht, voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking konden worden genomen voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit werk en woning.