Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is, indien dit voor de toepassing van de bij of krachtens de in artikel 1:1 bedoelde regelingen of de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen te zijnen aanzien van belang kan zijn, verplicht op vordering van de inspecteur terstond een document waarmee de identiteit van hem kan worden vastgesteld als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden.