Ten dienste van de vervolging en berechting van bij deze wet of de daarop berustende bepalingen strafbaar gestelde feiten kan Onze Minister van Financiën, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Veiligheid, ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, aanwijzen, die het contact onderhouden met het openbaar ministerie.