- 1
- Degene die:
-
- a.een ingevolge de douanewetgeving vereiste aangifte onjuist of onvolledig doet;
- b.ingevolge de douanewetgeving verplicht is tot:
- 1°.het verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen, en deze niet, onjuist of onvolledig verstrekt;
- 2°.het vertonen, overgeven of voor raadpleging beschikbaar stellen van bepaalde gegevensdragers, of de inhoud daarvan, en een zodanige verplichting niet nakomt;
- 3°.het vertonen, overgeven of voor raadpleging beschikbaar stellen van bepaalde gegevensdragers, of de inhoud daarvan, en valse of vervalste gegevensdragers vertoont, overgeeft of voor raadpleging beschikbaar stelt, dan wel de inhoud daarvan in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stelt;
- 4°.het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de douanewetgeving gestelde eisen, en een zodanige administratie niet voert;
- 5°.het bewaren van boeken, bescheiden of andere gegevensdragers, en deze niet bewaart; wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
- 2
- Degene die opzettelijk een der feiten begaat, omschreven in het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2°, 4° of 5°, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig rechten bij invoer worden geheven, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven rechten.
- 3
- Degene die opzettelijk een der feiten begaat, omschreven in het eerste lid, onderdeel a of b, onder 3°, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig rechten bij invoer worden geheven, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig geheven rechten.
- 4
- Indien het feit, ter zake waarvan de verdachte kan worden vervolgd, zowel valt onder een van de bepalingen van het tweede of het derde lid, als onder die van artikel 225, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, is strafvervolging op grond van genoemd artikel 225, tweede lid, uitgesloten.
- 5
- Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de invordering van de rechten bij invoer.