Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Verdrag voor Curaçao de voorbehouden worden gemaakt die zijn opgenomen in de volgende artikelen van het Verdrag:
I.Artikel 3(5)(a):- «5.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «3.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «3.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «6.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)het eerste lid niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «5.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «3.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «4.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen.»
- «3.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
- «5.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- a)het eerste lid, eerste zin, niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen op grond van het gegeven dat zij voornemens is te voldoen aan de minimumstandaard inzake het verbeteren van geschillenbeslechting van het OESO/G20 BEPS-pakket door ervoor te zorgen dat onder elk van haar gedekte belastingverdragen (niet zijnde een gedekt belastingverdrag dat een persoon in de mogelijkheid stelt een zaak voor te leggen aan de bevoegde autoriteit van een van de verdragsluitende rechtsgebieden), wanneer een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een verdragsluitend rechtsgebied of van beide verdragsluitende rechtsgebieden voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het gedekte belastingverdrag, die persoon, ongeacht de rechtsmiddelen waarin het nationale recht van die verdragsluitende rechtsgebieden voorziet, de zaak mag voorleggen aan de bevoegde autoriteit van het verdragsluitende rechtsgebied waarvan hij inwoner is, of, wanneer de door die persoon voorgelegde zaak onder een bepaling valt van een gedekt belastingverdrag die betrekking heeft op non-discriminatie die op nationaliteit gebaseerd is, aan de bevoegde autoriteit van het verdragsluitende rechtsgebied waarvan die persoon onderdaan is; en de bevoegde autoriteit van dat verdragsluitende rechtsgebied een procedure voor wederzijdse kennisgeving of een consultatieprocedure zal opstarten met de bevoegde autoriteit van het andere verdragsluitende rechtsgebied voor gevallen waarbij de bevoegde autoriteit aan wie de zaak voor onderling overleg werd voorgelegd het bezwaar van de belastingplichtige als ongegrond beschouwt;»
- «3.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
- b)dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen op grond van het feit dat, wanneer er in haar gedekte belastingverdragen geen bepaling voorkomt als bedoeld in het tweede lid:
- i)die Partij de in het eerste lid van dit artikel bedoelde passende aanpassing, zal doorvoeren; of
- ii)haar bevoegde autoriteit zal trachten om de zaak te regelen in overeenstemming met de bepalingen van een gedekt belastingverdrag die betrekking hebben op de procedure voor onderling overleg;»
- «4.
- Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit Deel niet toe te passen op een of meer gespecificeerde gedekte belastingverdragen (of op al haar gedekte belastingverdragen) die reeds voorzien in verplichte en bindende arbitrage voor onopgeloste kwesties die voortkomen uit een zaak die door middel van een procedure voor onderling overleg onderzocht werd.»