Wanneer de inspecteur geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, beoordeelt hij samen met de betrokken vaktechnisch coördinatoren of hij een cassatievoorstel zal indienen. Daarbij geldt wat betreft de eenheid van beleid en uitvoering hetzelfde als voor een verweerschrift bij de rechtbank (zie paragraaf 2.2.2). De inspecteur dient een cassatievoorstel te doen binnen tien dagen na de datum van terpostbezorging van het afschrift van de uitspraak. Zie voor de indiening ook paragraaf 5.1.1.