Responsive image

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Download de app voor meer functionaliteit.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

AFDELING 1.1 - INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 - Begripsbepalingen
    1.
  • In dit reglement wordt verstaan onder:
    • Awb:de Algemene wet bestuursrecht;
    • een vreemdelingenzaak:een zaak waarin de rechtbank Den Haag bevoegd is op grond van artikel 6 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak;
    • werkdagen:maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de dagen waarop de rechtbank gesloten is.
    2.
  • In dit reglement wordt verder verstaan onder
    • digitaal procederen:het voeren van een procedure met toepassing van artikel 1.9 van dit reglement;
    • verplicht digitaal procederen:het digitaal procederen indien dat op grond van afdeling 8.1.6A van de Awb verplicht is;
    • vrijwillig digitaal procederen:het digitaal procederen indien dat niet op grond van afdeling 8.1.6A van de Awb verplicht is;
    • digitaal dossier:het geheel van door de bestuursrechter, de griffier en partijen in het digitale systeem voor gegevensverwerking van de gerechten in een zaak ingediende, geplaatste en verzonden berichten en stukken;
    • bericht:de handeling waarmee per post of digitaal stukken aan een of meer partijen, de bestuursrechter of de griffier worden gezonden;
    • document:(bij digitaal procederen) een digitaal bestand dat een partij meezendt als bijlage in een bericht aan de bestuursrechter of een door de bestuursrechter of griffier als bijlage in een van hem afkomstig bericht in het digitaal dossier geplaatst digitaal bestand, (in de overige gevallen): een schriftelijk stuk dat door een partij of de bestuursrechter of griffier wordt verzonden;
    • webportaal:de beveiligde digitale omgeving waarin procesdeelnemers toegang hebben tot het digitaal systeem van de gerechten;
    • aansluitpunt:het koppelvlak bestemd voor geautomatiseerd berichtenverkeer tussen systemen van procesdeelnemers en de gerechten (het Aansluitpunt Rechtspraak);
    • partij die op papier procedeert:een partij die niet verplicht of vrijwillig digitaal procedeert;
    • online:deelname aan een zitting door middel van een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel (beeld- en geluidverbinding).
    3.
  • Tenzij uit dit reglement anders voortvloeit, wordt hierna mede verstaan:
    • onder bestuursrechter:de voorzieningenrechter;
    • onder beroep:verzoek om voorlopige voorziening en een verzoek om opheffing of wijziging van een voorlopige voorziening, verzoek om schadevergoeding, verzet en verzoek om herziening;
    • onder beroepschrift:verzoekschrift en verzetschrift.
    4.
  • Waar in dit reglement ‘schriftelijk’ staat, wordt ingeval digitaal wordt geprocedeerd gelezen: ‘langs digitale weg’.
Artikel 1.2 - Toepassingsbereik

Dit reglement heeft betrekking op alle zaken waarop de Awb van toepassing is, met uitzondering van zaken waarop de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeervoorschriften van toepassing is.

Artikel 1.3 - Gevallen waarin dit reglement niet voorziet

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de bestuursrechter.

Artikel 1.4 - Bijzondere omstandigheden

De bestuursrechter kan van dit reglement afwijken indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 1.5.

vervallen

Artikel 1.6 - Verwijzing naar algemeen toegankelijke stukken

Wanneer een partij zich beroept op een algemeen toegankelijk stuk en de vindplaats daarvan vermeldt, hoeft hij dit stuk niet in te dienen. Het algemeen toegankelijke stuk moet tijdens de procedure vrij toegankelijk zijn. Indien het stuk niet meer ongewijzigd toegankelijk is, deelt de partij die zich hier op beroept, dit mee aan de bestuursrechter. De bestuursrechter kan bepalen dat het stuk alsnog moet worden ingediend en hoe die indiening dient te gebeuren.

Artikel 1.7 - Uitstel van een door de bestuursrechter aan een partij gestelde termijn
    1.
  • De bestuursrechter wijst een verzoek om verlenging van een door hem gestelde termijn af als dat niet is gemotiveerd of niet binnen die termijn is ingediend. Indien een partij redelijkerwijs niet in staat was een verzoek om uitstel tijdig in te dienen geeft hij de bestuursrechter daarvan bij eerste gelegenheid bericht. De bestuursrechter verlengt een door hem gestelde termijn slechts in bijzondere omstandigheden. Hij deelt de beslissing op het verzoek om uitstel binnen één week na ontvangst van dit verzoek aan verzoeker mee.
    2.
  • De beslissing op een verzoek wordt aan alle partijen medegedeeld.
    3.
  • De bestuursrechter wijst een volgend verzoek om verlenging van een gestelde termijn af als dat betrekking heeft op dezelfde aangelegenheid.
    4.
  • Indien het eerste verzoek wordt afgewezen, kan de bestuursrechter de indiener van het verzoek om verlenging een laatste termijn geven om alsnog aan het gevraagde te voldoen. In ieder geval wordt geen laatste termijn gegeven, indien bij het stellen van de termijn is medegedeeld dat verlenging niet wordt toegestaan.
AFDELING 1.2 - DIGITAAL PROCEDEREN EN ANDERE VORMEN VAN ELEKTRONISCH BERICHTENVERKEER
Artikel 1.8 - Het onderscheid tussen digitaal procederen en andere vormen van elektronisch berichtenverkeer
    1.
  • Dit reglement maakt een onderscheid tussen digitaal procederen en andere vormen van elektronisch berichtenverkeer met en van de bestuursrechter.
    2.
  • Digitaal procederen bij de bestuursrechter ziet op de gevallen waarin dat op grond van afdeling 8.1.6A van de Awb verplicht is (verplicht digitaal procederen) of in de bijlage bij dit artikel de mogelijkheid tot digitaal procederen is opengesteld (vrijwillig digitaal procederen).
    3.
  • De artikelen 1.9 tot en met 1.15 en de overige bepalingen over digitaal procederen zijn alleen van toepassing in de gevallen als bedoeld in het vorige lid.
    4.
  • De bestuursrechter neemt een elektronisch ingediend beroepschrift dat niet is ingediend door middel van digitaal procederen uitsluitend in behandeling, indien het is ingediend via een daarvoor door de bestuursrechter opengesteld systeem dat wordt vermeld in de bijlage bij dit reglement met toepassing van de bepalingen vermeld in de bijlage. De bestuursrechter kan nadere regels stellen. Hetzelfde geldt voor door de indiener van het beroepschrift nader ingediende berichten. Deze wijze van indiening geldt voor de toepassing van dit reglement als op papier indienen. De bestuursrechter kan bepalen dat ingediende stukken op papier worden nagezonden.
    5.
  • De indiening per fax geldt voor de toepassing van dit reglement als op papier indienen. De bestuursrechter kan bepalen dat ingediende stukken op papier worden nagezonden.
Artikel 1.9 - Digitaal procederen (de artikelen 8:36a, 8:36b en 8:36ea1Zolang artikel 8:36ea niet in werking is getreden dient hier artikel 8:40a te worden gelezen. van de Awb)
    1.
  • De bijlage bij dit reglement vermeldt op welke wijze en onder welke voorwaarden digitaal kan worden geprocedeerd en welke inlogmiddelen zijn toegelaten voor het webportaal.
    2.
  • Verzending van stukken door en aan partijen die digitaal procederen gebeurt digitaal. De partij die vrijwillig digitaal procedeert ontvangt geen afdrukken of kopieën op papier. Stukken die bij procederen op papier bij aangetekende brief moet worden verzonden, worden bij vrijwillig digitaal procederen digitaal verzonden en deze manier van verzenden heeft dezelfde rechtsgevolgen als verzending bij aangetekende brief.
    3.
  • De partij die vrijwillig digitaal procedeert kan éénmaal wisselen tussen digitaal procederen en procederen op papier. Hij kan daartoe een verzoek indienen bij de bestuursrechter via het webportaal of per post indien hij op dat moment digitaal procedeert en per post indien hij op dat moment op papier procedeert. De wisseling is effectief vanaf de datum die de bestuursrechter vermeldt in de bevestiging. Deze bevestiging wordt per post verstuurd. De bestuursrechter is niet gehouden om ten aanzien van een partij die wisselt naar digitaal procederen toepassing te geven aan artikel 1.13 van dit reglement met betrekking tot eerder gewisselde stukken.
    4.
  • Indien digitaal wordt geprocedeerd geschiedt de indiening van een bericht of document uitsluitend via het webportaal of het Aansluitpunt op de daarvoor voorgeschreven wijze.
    5.
  • In de bijlage bij dit reglement worden de regelingen vermeld die voorschriften bevatten over:
  • de toegelaten inlogmiddelen als bedoeld in artikel 4 van het Besluit elektronisch procederen waarmee een partij toegang heeft tot het webportaal;
  • de technische eisen waaraan documenten en proceshandelingen moeten voldoen;
  • het verstrekken van kennisgevingen als bedoeld in artikel 8:36c van de Awb;
  • de aansluiting op, de voorwaarden voor gebruik en de beëindiging van het gebruik van het aansluitpunt;
  • de voorziening indien het webportaal of het aansluitpunt niet kan worden bereikt;
  • de wijze waarop op papier ingediende stukken worden verwerkt en ontsloten in het digitaal dossier.
  • De bepalingen van die regelingen gelden als bepalingen van dit reglement.
Artikel 1.10 - Uitsluiting van het digitaal procederen (de artikelen 8:36a en 8:36b van de Awb)

De bestuursrechter kan een partij of diens gemachtigde tijdelijk of blijvend uitsluiten van gebruik van het digitaal procederen indien hij aantoonbaar een gevaar vormt voor de integriteit van het digitale systeem of indien hij het digitale systeem verstoort.

Artikel 1.11 - Toegang tot het webportaal
    1.
  • Een partij heeft toegang tot het webportaal als hij beschikt over een inlogmiddel. Een partij heeft in het webportaal toegang tot het digitaal dossier in de aanhangige zaken waarin hij partij is.
    2.
  • Indien hij zelf niet digitaal procedeert, kan hij bij de bestuursrechter een verzoek indienen om toegang tot het digitaal dossier. Bij inwilliging van dit verzoek informeert de griffier op welke wijze hij toegang kan krijgen tot het digitaal dossier.
Artikel 1.12 - Het indienen en ontvangen van berichten en documenten (de artikel 8:36a en 8:36c van de Awb)
    1.
  • Beroepschriften, verweerschriften, (nadere) stukken, verzoeken, reacties en alle bijlagen zijn documenten en worden als bijlagen gehecht aan het bericht waarmee zij worden ingediend (geüpload). In afwijking hiervan kan de bestuursrechter een formulier vaststellen voor gebruik in het webportaal of het aansluitpunt.
    2.
  • Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.14, 1.15, 2.8 en 2.9 worden indien een van de partijen digitaal procedeert stukken die vanaf het moment dat digitaal wordt geprocedeerd, op papier zijn ingediend, door de griffier in het digitaal dossier geplaatst. Deze stukken worden onder substitutie gescand en na opname in het digitale dossier vernietigd.
Artikel 1.13 - Ontvangstbevestigingen en kennisgevingen (artikel 8:36c van de Awb)
    1.
  • Van ieder ingediend bericht maakt de griffier een ontvangstbevestiging op. De ontvangstbevestiging kan indien de indiener digitaal procedeert plaats vinden door vermelding op het in het digitaal dossier opgenomen beroepschrift.
    2.
  • Een partij ontvangt een kennisgeving wanneer een bericht aan het digitaal dossier wordt toegevoegd door een andere partij, de bestuursrechter of de griffier. Het tijdstip waarop de kennisgeving wordt verstuurd, geldt als tijdstip waarop het desbetreffende bericht aan de partij bekend is gemaakt. Voor dit doel wordt bij de eerste keer dat een partij in een zaak inlogt in het webportaal, een e-mailadres gevraagd. De partij is te allen tijde verantwoordelijk voor de werking, de toegankelijkheid, de beschikbaarheid en de raadpleging van dit adres. Indien een partij geen e-mailadres verstrekt, geldt dit als een mededeling dat hij geen kennisgevingen wenst te ontvangen. Dit is voor rekening en risico van de partij.
    3.
  • Indien een partij aangeeft geen kennisgevingen meer te willen ontvangen, geldt dit tot het tijdstip waarop de partij aangeeft weer wel kennisgevingen te willen ontvangen. Dan geldt het tijdstip van plaatsing in het digitaal dossier als het tijdstip waarop het desbetreffende bericht aan deze partij bekend is gemaakt. Van de wijzigingen in het digitaal dossier die in de tussentijd hebben plaatsgevonden, wordt de partij niet alsnog bij kennisgeving op de hoogte gesteld. Gedurende de periode(n) waarin de partij geen kennisgevingen heeft willen ontvangen geldt als tijdstip van ontvangst van een bericht het tijdstip waarop dit in het digitale dossier is geplaatst.
Artikel 1.14 - Stukken en voorwerpen die niet digitaal kunnen worden ingediend (artikel 8:36a, zesde lid, van de Awb)
    1.
  • Originele stukken en voorwerpen die niet geschikt zijn om digitaal in te dienen, kunnen door partijen op een door de bestuursrechter meegedeelde wijze bij de griffie van de rechtbank worden gedeponeerd. Van het depot maakt de griffier een akte op, die in het digitaal dossier wordt opgenomen. Indien een andere partij verzoekt om inzage of een schouw stelt de bestuursrechter deze partij daartoe in beginsel in staat en bepaalt daarvoor de voorwaarden en het tijdstip. Indien vanwege de aard van het voorwerp depot bij de griffie niet in aanmerking komt, kan de bestuursrechter bepalen dat het voorwerp op een andere plaats wordt gedeponeerd. In de akte wordt die plaats vermeld.
    2.
  • De indiening van audio- en video-opnames vindt plaats door deze bestanden op een gegevensdrager aan de griffie te verstrekken en door beschikbaarstelling van een kopie daarvan op een gegevensdrager met tussenkomst van de griffier aan de andere partijen. Van de verstrekking aan de griffie maakt de griffier een akte op, die in het digitaal dossier wordt opgenomen. In de bijlage wordt vermeld welke bestandsformaten worden toegelaten.
Artikel 1.15 - Verzoek om authentieke stukken (artikel 8:36a, zesde lid, van de Awb)

De bestuursrechter kan partijen verzoeken om authentieke stukken ter beschikking te stellen en toepassing van artikel 1.14, eerste lid, daarbij voorschrijven. Dit geldt in ieder geval voor stukken waarvan de authenticiteit en/of integriteit niet of onvoldoende vaststaat en processtukken waarvan de oorspronkelijke staat vermoedelijk van cultuurhistorische waarde is. Deze stukken worden op verzoek van de bestuursrechter gedeponeerd of mee naar zitting genomen.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.