Indien een zaak door de Hoge Raad ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van de uitspraak van de Hoge Raad wordt verwezen naar een ander gerecht, stelt de bestuursrechter partijen zo nodig achtereenvolgens in de gelegenheid om binnen vier weken een uiteenzetting in te dienen naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad.