- 1.
- Binnen een week na de ontvangst van het beroepschrift stelt de griffier bij bericht de op dat moment bij hem bekende andere belanghebbenden daarvan op de hoogte. Indien een belanghebbende niet digitaal kan worden bereikt, wordt dit bericht per post verzonden.
- 2.
- De bestuursrechter kan het bestreden besluit, het beroepschrift en de gronden van beroep op papier ter beschikking stellen aan degene die in de gelegenheid wordt gesteld om als partij aan het geding deel te nemen. De bestuursrechter stelt hem een termijn van twee weken om kenbaar te maken of hij als partij aan het geding wil deelnemen.
- 3.
- Op het verzoek van een andere belanghebbende om als partij aan het geding deel te nemen beslist de bestuursrechter – eventueel voorlopig – binnen vier weken na de ontvangst. Hij past daarbij artikel 2.10, vijfde lid, toe en kan partijen in de gelegenheid stellen alsnog een beroep te doen op artikel 8:29 van de Awb.
- 4.
- Binnen twee weken nadat een belanghebbende (voorlopig) als partij in het geding is toegelaten, stelt de bestuursrechter aan hem de (overige) op de zaak betrekking hebbende stukken ter beschikking. De bestuursrechter stelt hem daarbij in de gelegenheid binnen vier weken een schriftelijke uiteenzetting over de zaak te geven.
- 5.
- De bestuursrechter verlengt de in het vierde lid genoemde termijnen voor zover dat noodzakelijk is vanwege besluitvorming over beperking van de kennisneming of geheimhouding van stukken of vanwege de feitelijke uitvoering van een beslissing die de bestuursrechter daarover heeft genomen.