De griffier geeft van het bestaan van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 Awb kennis aan de indiener van het beroepschrift of verzetschrift en nodigt deze daarbij uit het verzuim binnen vier weken te herstellen. Daarbij vermeldt de griffier dat het beroep of verzet niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn wordt hersteld.