Responsive image

ARTIKEL I

Download de app voor meer functionaliteit.

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

    A
  • Artikel 3.139 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
  • In onderdeel c wordt «en» vervangen door een puntkomma.
  • 2.
  • Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
  • e.het bedrag dat door hem is ontvangen ten gevolge van de ontbinding of herroeping van een schenking die op grond van afdeling 6.9 in aanmerking is genomen, indien van toepassing vermeerderd met het bedrag, bedoeld in artikel 6.39a, voor zover dat bedrag of die bedragen in aftrek is onderscheidenlijk zijn gekomen.
    B
  • Artikel 6.31 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
  • Het eerste lid komt te luiden:
  • 1.
  • Als uitgaven met betrekking tot een monumentenpand worden in aanmerking genomen 80% van de drukkende onderhoudskosten. De eerste volzin is slechts van toepassing indien het een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 betreft of indien het een bezitting betreft die volgens artikel 5.1 in de belastingheffing wordt betrokken en waarvan de waardeveranderingen de belastingplichtige direct of indirect grotendeels aangaan.
  • 2.
  • Het vierde lid vervalt.
    C
  • Artikel 6.33 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
  • Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
  • b.instellingen:algemeen nut beogende instellingen;.
  • 2.
  • Het tweede tot en met vijfde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
    Ca
  • In artikel 6.35 wordt «instellingen» vervangen door: instellingen of aan steunstichtingen SBBI.
    D
  • Artikel 6.36 komt te luiden:
  • Artikel 6.36 Afzien van vergoedingen

      1.
    • Giften die bestaan uit het afzien door een vrijwilliger als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 van een vergoeding, worden in aanmerking genomen indien:
    • a.
    • de instelling een verklaring heeft afgegeven dat de belastingplichtige zich heeft ingezet als vrijwilliger als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;
    • b.
    • de belastingplichtige aanspraak kan maken op de in de verklaring genoemde vergoeding;
    • c.
    • de instelling bereid en in staat is die vergoeding uit te keren, en
    • d.
    • de belastingplichtige de vrijheid heeft over de vergoeding te beschikken.
      2.
    • Giften die bestaan uit het afzien door de vrijwilliger van vergoedingen voor daadwerkelijk gemaakte kosten worden in aanmerking genomen voor zover sprake is van kosten die naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen behoren te worden vergoed, met dien verstande dat kosten voor vervoer per auto, anders dan per taxi, in aanmerking worden genomen voor € 0,19 per kilometer. De eerste volzin is ook van toepassing in de situatie waarin de instelling voor deze kosten geen vergoedingsregeling heeft getroffen.
      3.
    • Indien giften op grond van het eerste lid in aanmerking worden genomen, kunnen giften op grond van het tweede lid aan dezelfde instelling slechts in aanmerking worden genomen voor zover de daadwerkelijk gemaakte kosten hoger zijn dan de in het eerste lid bedoelde vergoeding.

    1.
  • Giften die bestaan uit het afzien door een vrijwilliger als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 van een vergoeding, worden in aanmerking genomen indien:
  • a.
  • de instelling een verklaring heeft afgegeven dat de belastingplichtige zich heeft ingezet als vrijwilliger als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;
  • b.
  • de belastingplichtige aanspraak kan maken op de in de verklaring genoemde vergoeding;
  • c.
  • de instelling bereid en in staat is die vergoeding uit te keren, en
  • d.
  • de belastingplichtige de vrijheid heeft over de vergoeding te beschikken.
  • 2.
  • Giften die bestaan uit het afzien door de vrijwilliger van vergoedingen voor daadwerkelijk gemaakte kosten worden in aanmerking genomen voor zover sprake is van kosten die naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen behoren te worden vergoed, met dien verstande dat kosten voor vervoer per auto, anders dan per taxi, in aanmerking worden genomen voor € 0,19 per kilometer. De eerste volzin is ook van toepassing in de situatie waarin de instelling voor deze kosten geen vergoedingsregeling heeft getroffen.
  • 3.
  • Indien giften op grond van het eerste lid in aanmerking worden genomen, kunnen giften op grond van het tweede lid aan dezelfde instelling slechts in aanmerking worden genomen voor zover de daadwerkelijk gemaakte kosten hoger zijn dan de in het eerste lid bedoelde vergoeding.
    E
  • Na artikel 6.39 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
  • Artikel 6.39a Giften aan culturele instellingen

      1.
    • Het bedrag van giften aan culturele instellingen wordt voor de bepaling van het voor de toepassing van deze afdeling in aanmerking te nemen bedrag verhoogd met 25%, doch ten hoogste met € 1250.
      2.
    • Het in artikel 6.39, eerste en tweede lid, bedoelde maximum wordt verhoogd met het bedrag van de in het eerste lid bedoelde verhoging.

    1.
  • Het bedrag van giften aan culturele instellingen wordt voor de bepaling van het voor de toepassing van deze afdeling in aanmerking te nemen bedrag verhoogd met 25%, doch ten hoogste met € 1250.
  • 2.
  • Het in artikel 6.39, eerste en tweede lid, bedoelde maximum wordt verhoogd met het bedrag van de in het eerste lid bedoelde verhoging.
    F
  • Artikel 10.3 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
  • In het achtste lid wordt «te vermeerderen met het volgens artikel 10.4, tweede lid, berekende percentage» vervangen door: na toepassing van het tiende lid te vermeerderen met 0,8%-punt.
  • 2.
  • Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 10.
  • Het in het achtste lid laatstgenoemde percentage wordt bij het begin van het kalenderjaar bij ministeriële regeling vervangen door een ander percentage. Dit percentage wordt berekend door het te vervangen percentage te vermenigvuldigen met het product van de factor ih en de factor iw, bedoeld in het vierde en vijfde lid.
    G
  • Artikel 10.4 vervalt.
    H
  • In artikel 10.5, eerste lid, wordt «volgens de artikelen 10.3 en 10.4», vervangen door: volgens artikel 10.3.
    I
  • Na hoofdstuk 10A wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
  • HOOFDSTUK 10B HORIZONBEPALING

    Artikel 10b.1 Horizonbepaling

    Artikel 6.39a vervalt met ingang van 1 januari 2017.

    Artikel 10b.1 Horizonbepaling

    Artikel 6.39a vervalt met ingang van 1 januari 2017.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.